Interview met Lilian Linders: Sociaal werkers pak dit corona momentum

848 keer bekeken

Hoe behouden en benutten we hulpbereidheid die is ontstaan in de samenleving tijdens de coronacrisis? Brengen we aanbod en vraag beter bij elkaar? Lilian Linders, lector empowerment en professionalisering, ziet een cruciale rol voor sociaal werkers. ‘Maar dan moeten ze wel weer achter hun beeldscherm vandaan komen.’

In de coronacrisis ontstond een enorme golf aan hulpbereidheid: initiatieven, voornamelijk voor ouderen, schoten als paddenstoelen uit de grond. Veel mensen bleken bereid om bijvoorbeeld boodschappen te doen, te koken of de hond uit te laten voor een ander. Zelfs zo veel dat het aanbod groter was dan de vraag.

Vraagverlegenheid

Dat grote aanbod heeft niet alleen met hoeveelheid te maken, maar ook met ‘vraagverlegenheid’ zegt Lilian Linders, lector empowerment en professionalisering aan Hogeschool Inholland. Tien jaar geleden muntte ze deze term in haar proefschrift en die blijkt nog steeds actueel. Vraagverlegenheid is de angst, schroom en/of onwil om hulp te vragen en/of te aanvaarden, zegt Linders. Dat wordt ingegeven door een mix van trots en schaamte, van schroom en stijfkoppigheid, van mensen niet lastig willen vallen, angst voor afwijzing, cynisme over de hulpbereidheid en angst voor vreemden. Zeker met haar ‘koppige zelfredzame 87-jarige moeder in gedachten’, kan Linders deze vraagverlegenheid goed begrijpen. Helemaal als het, zoals in coronatijd, veelal om hulp van vreemden via online platforms gaat. ‘Stel’, zegt ze, ‘Je bent oud en eenzaam, dan ga je je toch niet aanmelden bij een website waarvan je niet weet door wie en aan wie je gekoppeld wordt?’

Wederkerigheid

Maar ook voor hulp van bijvoorbeeld buren of buurtgenoten is de drempel soms hoog, weet Linders. Niet alleen bij ouderen. Een belangrijke reden is volgens haar het eenrichtingsverkeer. ‘De meeste mensen hebben een soort ingebouwd kompas, ze zijn constant bezig met of geven en nemen wel in balans zijn. Mensen vinden het echt onplezierig om alleen aan de vragende kant te zitten zonder dat hen iets wordt teruggevraagd. Niemand wil kwetsbaar en hulpbehoevend zijn – zeker niet in een samenleving die de laatste jaren zo gehamerd heeft op zelfredzaamheid.
Het sleutelwoord om de vraagverlegenheid te verminderen of te doorbreken is volgens haar dan ook wederkerigheid. ‘Bied de ander de gelegenheid om iets terug te doen of te geven’, zegt ze. ‘Dat kan letterlijk, door geld of een cadeautje te aanvaarden, maar ook door te laten merken dat je het niet alleen voor de ander doet, maar ook voor jezelf, bijvoorbeeld door te zeggen: “Ik zou het heel fijn vinden met u te wandelen.” In plaats van: “Zo, nu kunt u weer lekker naar buiten.” ‘En’, benadrukt ze, ‘het is ook belangrijk te vragen wat mensen zelf willen en het te respecteren als mensen liever op zichzelf blijven en echt geen hulp willen.’

Momentum

Maar zelfs voor mensen die, net als haar moeder, geen hulp willen, biedt de hulpvaardigheid in de samenleving toch een positief gevoel. ‘Daar warmt ze zich aan’, zegt Linders. En dat geldt volgens haar voor veel mensen. ‘Je ziet dat het vertrouwen in elkaar en in de samenleving de afgelopen tijd is gegroeid. Daarom is het belangrijk deze positieve verhalen te blijven vertellen en te laten zien. “Het corona momentum” noemt ze dit. ‘In het algemeen wordt vaak gedacht dat we in een individualistische maatschappij leven waarin mensen vooral op zichzelf gericht zijn. Dat beeld is nu aan het kantelen; er ontstaat een positiever sociaal klimaat. Dat is het positieve dat deze coronacrisis heeft opgeleverd.

Vertrouwen

De vraag is: hoe dat te behouden én te verduurzamen. ‘In een crisis is de onderlinge solidariteit groot. Maar als dit het “nieuwe normaal” wordt, dan biedt incidentele steun geen soelaas’, schrijft Linders in een artikel in Sociale Vraagstukken. ‘Enerzijds vragen of ontvangen cliënten liever geen hulp van mensen met wie ze geen vertrouwde band hebben, anderzijds willen veel mensen wel helpen, maar zich liever niet binden.’ De sleutel ligt volgens Linders in: vertrouwen. ‘Waar vertrouwen ontstaat tussen bewoners, kunnen wederkerige relaties groeien.’ De sleutel hiervoor heeft het sociaal werk in handen. ‘Zij hebben en zijn die verbindende kracht in de wijk. Zij hebben de contacten, weten wat mensen te geven en nodig hebben, zij genieten het vertrouwen van wijkbewoners en brengen mensen bij elkaar.’

Geluk

‘Geluk is andere mensen’, zegt ze. ‘Het is belangrijk dat mensen ingebed zijn in een sociale structuur, in sociale netwerken als een familie, een vriendenkring, een buurt. Dat maakt gelukkiger, en minder ziek. En in zo’n netwerk gaat het geven en ontvangen van hulp vaak ook vanzelf – dan hoeven mensen het niet aan vreemden te vragen. En het sociaal werk is onontbeerlijk om die netwerken te helpen versterken.’ Linders breekt graag een lans voor dit sociale werk in de wijken. ‘Het is misschien niet hip en sexy, je wordt er niet voor op een podium gehesen, want veel gebeurt achter de schermen, onzichtbaar. Maar sociaal werk is juist belangrijk in haar kleinheid. Het is down to earth, sluit aan bij de leefwereld van mensen.’

De straat op

Om die rol goed te vervullen, zijn volgens Linders twee dingen essentieel: continuïteit en fysieke nabijheid, live contact. Voor dat eerste is het van belang dat een gemeente niet elk jaar opnieuw aanbesteedt waardoor weer ‘een nieuwe club alles overneemt’, zegt Linders. ‘Dan gaan vertrouwde gezichten en opgebouwde contacten verloren.’ Voor het tweede is belangrijk dat sociaal werkers weer de straat op gaan en outreachend werken. Linders: ‘Ik heb bewondering voor de manier waarop sociaal werkers in deze coronacrisis creatief digitaal aan de slag zijn gegaan, maar nu is het tijd om weer meer achter de computer vandaan te komen. Wees ook daarin creatief: een gesprek, wandeling of andere activiteit – er kan veel meer op anderhalve meter afstand. Pak dit moment.’

https://www.zorgwelzijn.nl/sociaal-werkers-pak-dit-corona-momentum/

Cookie-instellingen